Waarom je geen bewijs nodig hebt om kunstenaar aka ‘jezelf’ te zijn
Elke dag zouden we ons moeten afvragen: wat als vandaag mijn laatste dag is? Wat zou ik dan willen doen, echt doen? Die vraag helpt me om voorbij de angsten en twijfels te kijken die me vaak tegenhouden. Angsten die me doen geloven dat ik eerst perfect moet zijn, dat ik eerst erkenning moet krijgen, of dat ik pas kunstenaar ben als anderen het zeggen. Maar wat als het anders zit? Wat als het kunstenaarschap niet afhangt van likes, verkochte werken, of de mening van een ander?
Ik dacht vaak: als ik geen galerie heb, als ik niet ‘af’ ben, dan ben ik geen kunstenaar. ONZIN! Echt. Het gaat niet om een label, een techniek of het aantal volgers. Het gaat om creëren vanuit je essentie, wat jou gelukkig maakt en waar jij trouw aan blijft. En ik ga je iets verklappen… De bevestiging van buitenaf? Die komt niet. En dat is oké. Want de ware kracht zit in het vertrouwen dat je nú al een creator bent. Niet morgen, niet als het klaar is, maar vandaag.
Gisteren ging ik naar een plek waar een dierbare van mij enkele maanden geleden is overleden. Ik wilde die plek voelen. Ik wilde er even gewoon zijn. Verbinden met de energie van de plek en vooral met hem.
Al een tijd speelde het door mijn hoofd om daar naartoe te trekken. Het is een prachtige plek, een natuurpark in Limburg. Ik was er nog nooit geweest. Ik had niet echt verwachtingen, ik wist niet goed wat ik kon verwachten. Het was geen ongewone dood, dus die plek kon wel eens beladen zijn.
Door de jaren heen ben ik enorm terug gaan leren voelen, leren voelen hoe mijn lichaam zich voelt, wat mijn gedachten zijn, en gaan voelen wat voor mij belangrijk is. Ik ben meer gaan vertrouwen op mijn innerlijke stem, mijn intuïtie. Iets waar ik jaren, of zeg maar tot mijn 30ste, van afgesneden was.
Mijn waarheid, mijn realiteit, werd als kind volledig ontkend. Die wonde van niet gehoord of gezien worden zit dus heel diep. Iets wat de meeste onder ons op de één of andere manier wel voelen. Onze ouders doen hun best, maar sommige zaken kunnen gewoon niet door de beugel.
Ik ben zelf moeder van een zoontje van 8 jaar, dus ik weet hoe belangrijk opvoeding is, maar tegelijk probeer ik zachter voor mezelf te zijn. Want als moeder kan je heel veel van jezelf verwachten, en hoe dan ook maak je toch fouten. Het zijn net die fouten die zichtbaar mogen zijn. Die getoond en besproken mogen worden. Dat we elkaar nog kunnen liefhebben ondanks die fouten. Niet door ze te verstoppen. Want dan wordt het gevoel onderdrukt en vervaagt je realiteit, waardoor je in een werkelijkheid terechtkomt die eigenlijk niet meer resoneert met jou.
Om even terug te keren naar de plek waar ik gisteren was: ik wist niet wat ik daar ging doen. Ik wist alleen dat ik wilde invoelen. Invoelen betekent dat je werkelijk de energie gaat ervaren die aanwezig is, in jezelf, in je omgeving. Iets wat de meeste (hoog)sensitieve creators als vanzelfsprekend ervaren, en tegelijk weer niet.
Want omdat het vaak ‘te’ was, omdat alles zo hard binnenkwam, zijn ze zich hiertegen gaan verzetten. De adem werd oppervlakkiger, de borstkas werd hard en elk gevoel trachtten ze te blokkeren. Alleen blokkeerden ze niet het gevoel van buitenaf, maar het gevoel binnenin. Omdat ze bescherming zochten. Bescherming tegen dat wat hen zo pijn deed.
Dat is een overlevingsmechanisme. Deze was heel waardevol, maar staat je nu vaak in de weg. Want het gevoel kan zich niet uiten. Dat zit geblokkeerd. En je voelt dat, je voelt dat er iets uit jou mag komen, je voelt dat er meer voor jou is. Maar tegelijk voel je dat daar een zeer sterk verdriet aan gekoppeld is. En je bent bang. Bang om het te openen. Bang dat een volledig potje wordt geopend dat niet meer gesloten kan worden.
Maar dat doet het toch hoor, telkens opnieuw. Oh mijn god, er is een heel leven om dat potje open en dicht te doen. Ik weet zelf niet of dat er tijdens een leven alles uit is. Niet om je hoop weg te nemen, maar net om je te laten zien dat het net daar zit. Je kan kiezen om dat potje of je hart voor altijd gesloten te houden. Maar dan blijf je stagneren. Blijf je met het innerlijk verlangen zitten dat niet wordt ingevuld. Want niets, maar dan ook niets buiten jou, kan dat invullen.
Terwijl ik op die plek zat, in dat natuurpark, viel me dat weer op. Het is niet de plek. Het is ‘ik’. En hoewel ik dat wist en hoe waardevol ik het vond om dat opnieuw te beseffen, was die plek ook heel waardevol. Want het gaf me iets om mee te creëren. Het bood me troost. Wetende dat mijn dierbare zijn leven daar had ontnomen, op zo’n mooie plek, bracht me troost.
Ik verzamelde zand en stopte het in een potje die ik van hem had gekregen. Het voelde aan als as. Een mooie verzameling stof. Ik had op dat moment een mooi uitzicht op het zandlandschap, maar omdat jongeren van de chiro zich luidruchtig gedroegen, besloot ik wat verder te wandelen, en me ergens anders te zetten.
Daar kwam het tot mij, dat ik het dagelijks verdriet dat ik nog ervaar hem fysiek niet te kunnen zien, anders kon gaan bekijken. Ik kon leren aanvaarden dat het er altijd was. Dat klinkt misschien vreemd. Waarom zou je het gewoon aanvaarden? Omdat ik er heel lang tegen gevochten heb. Tegen het verdriet dat ik voelde. Ik wilde het zo vaak niet voelen. Zo intens. Maar het brak telkens weer door.
Als ik het leer aanvaarden als deel van mij, leer ik het ook loslaten. Want dan verwacht ik geen andere uitkomst, maar stel ik me wel open voor wat mag binnenkomen.
Omdat ik ook daar het geluid zo hard hoorde, besloot ik nog wat verder te stappen, en ergens tussen de bomen te schuilen. Daar deed ik mijn koffer open met allerlei materialen. Ik had onderweg al wat dingen verzameld die me opvielen: stenen, hout, zand... Ik besloot ermee te creëren. Heel intuïtief. Mijn zenuwstelsel verzachtte hierdoor. Dat is wat ik ook nodig heb: verzachting.
Het textiel dat ik altijd meeneem geeft me de kans om alles aan elkaar te verbinden. Het heeft iets vrouwelijks voor mij, iets warms, dragends. Ik had echt geen idee wat ik aan het maken was, maar het voelde goed, het voelde juist, en verbindend.
Tot ik op het einde besefte dat de pijn die ik voelde zo rauw had omgezet naar elementen die leken op het fysieke lichaam. Rauw, maar mooi. Een gouden hart, warme longen… Iets waar velen wellicht van zouden terugdeinzen.
Hoewel veel mensen misschien vinden dat deze prachtige gecreëerde elementen geen ‘kunst’ zijn, belichaamt dit voor mij de essentie van kunst. Want het is de manier waarop ik mijn gevoel expressief uit.
Ik pas niet in een categorie, ik heb er nooit in gepast. Ik paste als kind al niet in een bepaalde groep, hobby, categorie… en pas nog steeds niet in een bepaald bekend stramien of hokje waarin mensen anderen zo graag willen plaatsen. Want dan kennen ze hun rol, weten ze wat te doen of zeggen. Maar iets dat ‘puur’ is, hoeft niet te passen in bekende dagdagelijkse structuren en rollen, en tegelijk mag het daar ook volledig in passen.
Het gaat om het principe dat niemand jou kan zeggen of je nu een kunstenaar bent of niet, of jouw werk nu goed is of niet. Want iedereen heeft een andere perceptie. En mensen kunnen jou alleen bereiken op dezelfde golflengte.
Wat maakt dat er gewoonweg veel uit de boot vallen. Want als de ene nog steeds gelooft dat ‘er niets méér voor hem of haar is weggelegd’, dan stopt het. Dan stop je jezelf om jezelf te worden – zijn.
Ik wist al vroeg dat er iets anders voor mij was weggelegd dan de normale 9 tot 5 jobs. Ik begreep dat gedoe niet. In de file staan, sociaal aanvaardbaar gedrag aka ‘normaal doen’. Ik werd al snel ‘vreemd’ bevonden.
En hoewel dat iets van aan is (knipoog) want zo’n gewone jeugd heb ik niet gehad, is nu juist datgene wat maakt dat er in mij een ontembaar vuur is dat zegt dat ik hier voor méér ben. En dat ben jij ook!
Ik heb me lang nergens thuis gevoeld. Ik wist eerst zelf niet dat dit bestond. Tot ik naar het kunsthumaniora ging en besefte dat jezelf zijn de ‘point’ was. Dit was een startpunt voor mij, voor een heel proces waarin ik heb gezocht hoe ik dat kon blijven zijn – mezelf. Wie ben ik?
Hoe langer en hoe meer ik bij die essentie kom, en ik ben zelf nog lang niet halverwege, des te meer ik besef dat je alleen jezelf kan afremmen en sluiten voor datgene wat voor jou bestemd is. Zoveel zaken die je tegenhouden om te geloven dat je wel degelijk het waard bent om gezien en gehoord te worden. Dat je de kwaliteiten bezit om te creëren en die creaties te tonen.
We zijn allemaal creators. We creëren elke dag, maar toch blijven we denken dat het niet voor ons is weggelegd. Dat alleen ‘hele goede’ kunstenaars daar iets mee zijn.
Is het dat wat je op het einde van je leven wil zeggen; ‘Ik had dit of dat kunnen doen, maar dat was niet voor mij weggelegd’? Ik denk het niet!
En dat mag je jezelf echt eens afvragen.
Ik ben net begonnen met het lezen van een prachtig boek: “Het Tibetaanse boek van leven en sterven” van Sogyal Rimpoche. Daarin staan zulke mooie dingen. Ik citeer enkele passages:
“Misschien is de eigenlijke reden van onze angst voor de dood het feit dat we niet weten wie we zijn. We geloven in een persoonlijke, unieke en afzonderlijke identiteit, maar als we de moed opbrengen om deze identiteit te onderzoeken, merken we dat die volledig afhankelijk is van een eindeloze verzameling dingen: onze naam, onze ‘biografie’, onze partners, familie, huis, baan, vrienden, bankpasjes,… Op hun broze en vergankelijke steun baseren wij onze zekerheid. Als nu al deze dingen van ons afgenomen worden, hebben we dan nog enig idee wie we werkelijk zijn? Zonder onze vertrouwde steunpilaren komen we oog in oog met onszelf te staan, iemand die we niet kennen, een vreemde, die ons op de zenuwen werkt, met wie we al die tijd geleefd hebben, maar die we nooit werkelijk hebben willen ontmoeten.”
“Westerse luiheid is heel anders. Zij bestaat uit het volproppen van onze levens met dwangmatige bezigheden, zodat er geen tijd overblijft voor belangrijke zaken. Als we onze levens goed bekijken, zien we duidelijk hoeveel onbelangrijke zaken, zogenaamde ‘verantwoordelijkheden’, zich ophopen en onze levens vullen. Er is een leraar die dit vergelijkt met de ‘huishouding doen in een droom’. We zeggen tegen onszelf dat we tijd willen besteden aan de belangrijke dingen des levens, maar er is nooit enige tijd.”
“Onze levens lijken ons te leven, hun eigen bizarre stuwkracht te hebben en ons mee te slepen; op den duur krijgen we het gevoel dat we geen keuze hebben of geen zeggenschap over ons leven.”
“Maar onze angst duurt slechts tot aan het ontbijt, we pakken onze aktetas en beginnen weer van voren af aan.”
Ik voel aan alles dat het zo is. We vergeten te leven. We vergeten dat we alleen onszelf kunnen zijn en onszelf kunnen geven. Dat dit de sleutel is voor een leven dat voorbij angst en pijn gaat.
We mogen het onszelf gunnen. Want jij bent de creator van je leven.
Wat als vandaag je laatste dag is?
Elke dag zouden we ons moeten afvragen: Wat als vandaag mijn laatste dag is? Wat zou ik dan echt willen doen? Vaak houden naïviteit en angst voor de dood ons gevangen in een systeem waarin we denken dat het geen zin heeft om ergens naartoe te werken, om meer van onszelf te zijn of te worden. Tegelijkertijd biedt diezelfde gedachte de kans om elke dag opnieuw te kiezen. Te kiezen voor jezelf.
Als ik zou afgaan op de likes die ik krijg op sociale media, dan zou ik nu mogen stoppen. Als ik zou kijken naar de kunstwerken die af zijn en toonklaar, zou ik nu mogen stoppen. En als ik zou luisteren naar wat anderen over mij denken, zou ik misschien geen kunstenaar zijn maar een “foefelaar” (schaterlach). Maar wat maakt dat jij kunstenaar of creator bent? Moet je een bepaalde techniek beheersen? Super origineel zijn? Of alleen werken met verkoopbare thema’s? ONZIN – dikke onzin.
Ik kies er bewust voor om mijn werk (nog) niet in een galerie te tonen, omdat ik het op een plek wil exposeren die voor mij bezield voelt. Kritische mensen zouden kunnen denken: ‘Dat zeggen zij die hun werk niet kunnen verkopen.’ (lach) Misschien zit daar wel een kern van waarheid in, maar eerlijk gezegd kan het me niet schelen. Het gaat voor mij nu niet om het meteen verkopen, al sluit ik dat zeker niet uit. Het belangrijkste is dat ik mijn werk leer te tonen op mijn eigen manier, op een manier die klopt voor mij.
En soms nog spoken die dingen wel nog eens door mijn hoofd; ‘Ik heb nog geen solo-expositie gehad, dus ben ik nog niet waardig om kunstenaar genoemd te worden.’ En het woord ‘amateur-kunstenaar’ … Jezus… geeft me echt de kriebels. Alsof ik nu pas ben begonnen met creëren, terwijl ik dat eigenlijk al mijn hele leven doe. Toch krijg je dat label vaak als je nog niets verkocht hebt. Voor mij is een ‘amateur-kunstenaar’ iemand die het probeert, maar het niet echt kan; iemand die bijvoorbeeld aan een sjaal begint te breien, maar die nooit afmaakt. (Ik heb er trouwens zo één liggen. Knipoog.) Maar alleen omdat ik die sjaal niet afmaak, betekent dat niet dat ik niet die ene installatie (die wel resoneert) niet afmaak. If you know what I mean. Ik weet nu dat die gedachten niet ‘waar’ zijn. Ze houden me af van wie ik in essentie ben.
Zo’n gedachten houden je jarenlang tegen. Misschien zijn het niet precies deze zinnen, maar iets anders. Ze houden je tegen om jezelf en je werk naar waarde te schatten, om jezelf serieus te nemen. We nemen onszelf vaak zo serieus dat we pas denken dat ons werk telt als het naast een Rubens of Van Gogh hangt — alsof dat zomaar even gebeurt. En als we iets realistischer zijn, hopen sommigen stiekem op een plekje naast een Rinus van de Velde of een Ann Veronica Janssens. Of juist het tegenovergestelde: bang zijn naast amateurkunstenaars te staan die zichzelf ook niet serieus nemen.
Wanneer weet je dan dat je een kunstenaar of creator bent?
Je weet het! Komaan! Je weet dat diep vanbinnen! De enige reden waarom je je die titel – en euh dit is gewoon een verzamelnaam hoor – de essentie zit hem in het creëren -- iets creëren waar jij gelukkig van wordt. De reden dat je die titel misschien nog niet omarmt, is omdat je denkt dat je het moet bewijzen. Dat je ‘goed genoeg’ moet zijn. Ik ken het. Maar dan blijf je wachten op bevestiging van buitenaf, en ik zal je iets verklappen: die komt er nooit.
Sorry, maar zo is het. Het is het verlangen om gezien en gehoord te worden voor wie je bent. Maar je kunt dat verlangen helen door weer te verbinden met je essentie. Dat wat jij bent zonder al die rollen. En ja, ook zonder de rol ‘kunstenaar’ kun je jezelf die naam geven. Want het gaat niet om de titel, maar om jouw gevoel.
Dat is waar jij mee mag verbinden: met je gevoel. Daar ligt jouw kracht.
Wacht niet op het perfecte moment. Creëer je moment. Kijk de angst in de ogen en besef: jij bent het niet. Jij bent al. Jij bent creator. Laat niemand jou iets anders wijsmaken.
Wil je in dit creatieproces begeleid worden? Dan is het traject Breathing Space iets voor jou. Hier word je 1-op-1 ondersteund in je eigen creatieproces, om te leren vertrouwen op jezelf en je intuïtie, om dat innerlijke vuur aan te wakkeren en te laten branden. Om jezelf open te stellen voor jezelf. Het is zo’n waardevol traject, en ook hierin kies je voor jezelf.
Daarnaast biedt het zomertraject Suivre le soleil je de kans om elke maandag 30 minuten ruimte voor jezelf en je creaties te maken. Mediteren, weer in contact komen met jezelf en je intuïtie, en creëren – niet omdat het moet, maar omdat jij het nodig hebt. Op zondag is er een Kundalini Yoga set om je hart te openen, en op 8 augustus, tijdens de Portaaldag, komen we samen om ons te verbinden met de omgeving, onszelf en anderen.
Ik wens je nu de energie die je nodig hebt en de aanvaarding voor wat je nu hebt.
Veel liefs,
Anand Jasjot